Diafragma
Naast de sluitertijd is er nog iets waarmee je het licht kunt regelen; het diafragma.
Hierboven heb je kunnen lezen dat je met de sluitertijd kunt bepalen hoe lang je het licht op de sensor terecht wilt laten komen, met het diafragma kun je de hoeveelheid licht bepalen.
Het diafragma zit in je objectief. Het is een setje van flinterdunne lamellen die met elkaar verbonden zijn. Deze lamellen kunnen open en dicht en ook in standjes daartussen. Misschien is het met een foto het makkelijkste om het te laten zien.
Hiernaast zie je dat de lamellen gesloten zijn. Je ziet dat ze mooi in elkaar grijpen en dat ze, in dit geval, een 7-hoekig gaatje vormen. Dit gaatje kun je dus groter of kleiner maken.
De lamellen zijn vaak een beetje gebogen. Op die manier wordt het gaatje een klein beetje rond. Ook met meer lamellen krijg je een ronder gaatje als je de diafragma-opening kleiner maakt.
Met dat gaatje kun je bepalen hoeveel licht er door het objectief naar de camera gaat. Als het gaatje erg klein wordt dan komt er bij lange na niet zoveel licht doorheen als wanneer je het helemaal open zet.
Waarom zou je de hoeveelheid licht nu willen bepalen?
Nou, dat is vrij simpel. Met het diafragma controleer je namelijk iets belangrijks in de foto; je bepaalt daarmee hoeveel er scherp wordt in de foto.
Als je met een open diafragma fotografeert, komt er veel licht binnen. Er is dan ook maar een klein gedeelte scherp in de foto.
Dit is een heel technisch verhaal om uit te leggen en ik ga het je besparen. Neem het dus even van me aan. Wanneer het diafragma open is, is er maar erg weinig scherp in je foto.
Als je het diafragma sluit dan is er juist veel scherp in de foto. Het licht wat in je objectief komt moet dan door dat kleine gaatje en door het technische abracadabra van de lenzen in het objectief zorgt dat kleine gaatje ervoor dat er juist heel veel scherp is in de foto.
Maak jouw eigen website met JouwWeb